dinsdag 8 december 2009

Tussen duim en wijsvinger

-door Harry Muré-

Elegant derde- en vierdegraads klimmen, dan moet je naar de Dolomieten. Relaxed met de auto en gondellift tot aan de Einstieg. Boorhaken, gecementeerde haken, een overstelpende rijkdom aan grepen en treden. Daar kan de klimhal niet tegenop. Een paradijs in de zon. Plaats van handeling: de Fünffingerspitze in de Langkofelgroep, de beroemde top van de vijf vingers. Jeanne Immink liet er meer dan honderd jaar geleden zien, dat vrouwen verstandiger klimmen dan mannen. Amsterdamse Jeanne kende als enige alle routes op de berg. In het Italiaans wordt hij Cinque Dita genoemd, de vijf vingers van de opgestoken hand, sierlijk en mysterieus.

Een blauwe maandag in september. Donato en ik hebben de top beklommen via de normaalroute. Ze verloopt van rechts naar links over de duim en de wijsvinger naar de middelvinger, het hoogste punt. De duim hebben we gemakshalve overgeslagen. Die is moeilijker en tijdrovender. In het topboek schrijven we: “Het schijnt een drukke berg te zijn, maar vandaag is er niemand. Geen kip, alleen kauwtjes. Ze gaan er met onze mueslikoekjes in de snavel vandoor. Datum: 21-9-2009.”

Tijdens de afdaling naar het zadeltje tussen wijsvinger en duim hoor ik stemmen. Iemand roept: “Kunt u aan de overkant op de duim zien waar ons touw klemt? We krijgen het niet losgetrokken na het abseilen.” Verhip, vrouwenstemmen. De hele, lange dag geen mens gezien, en dan duiken daar ineens twee meiden op. Vanaf mijn standplaats op de wijsvinger achteromkijkend naar de duim zie ik dat hun touw inderdaad vastzit achter een rotspunt. Ik roep naar beneden: “Twintig meter boven het zadeltje, een meter of vijf naar rechts, daar zit het zaakje in de knoop.”

Neerdalend in het colletje, word ik begroet door Ines. “Dankjewel”, zegt ze. Haar touwgenoot Iris is al op weg naar de plek waar het vermaledijde touw zich heeft verstrikt. Ongezekerd zigzagt ze omhoog door vierdegraads terrein.

Tegelijkertijd is Donato bezig met zijn laatste abseillengte op de wijsvinger. Hij krijgt de klimmende Iris in het vizier. Omdat hij vanuit zijn positie een goed zicht heeft op de duim, neemt hij roepcontact met haar op om de gunstigste weg te wijzen. Hij doet dat in het Italiaans. Donato is een berggids uit Tonadico in de Paladolomieten, en ik mag zijn aanwijzingen luid roepend in het Duits vertalen voor Ines en Iris. Ze zijn beiden uit Innsbruck, twee Oostenrijkse klimvriendinnen uit één stuk. Twintig en vijfentwintig jaar, schat ik. Moeilijk met die helmen op. Ines is in elk geval niet Ines Papert. Dat zie ik aan een lichtblond lokje dat onder haar helm vandaan komt. Rockstar Papert heeft volgens mij donker haar.

Twintig meter boven ons bereikt Iris de plek van de verklemming. Ze ontwart de kronkeling en richt een provisorische abseilplaats in. Dertig seconden later staat ze naast ons in het zadeltje. Het touw laat zich nu vlot binnenhalen.
In tegenstelling tot ons hebben Ines en Iris ook de overschrijding van de duim uitgevoerd. “Want anders is een beklimming van de Fünffingerspitze niet compleet”, vinden ze. “Nou”, zeg ik, “ik ben al blij dat ik zónder duim op de top ben geweest.” Bovendien willen we op ons gemak het laatste gondeltje halen. Het is bijna half drie.

Voordat Donato begint te sjansen – hij is een innemend heerschap van atletisch postuur – maan ik tot voortzetting van onze afdaling. Vergeefs, want hij ruikt zijn kans en begint de twee “belle ragazze sportive”, de twee leuke, sportieve meisjes, van welgemeende tips te voorzien. “Gaan jullie nog door naar de top?”, vraagt hij. “Zou niet verstandig zijn”, voegt hij er meteen aan toe. ”Het is veel te laat.” Ines en Iris lijken inderdaad te aarzelen. Terwijl ze hun boeltje ordenen, nemen we afscheid. Donato en ik laten het zadeltje achter ons en gaan op zoek naar onze volgende abseilhaak, ergens aan de onderkant van de duim. We zijn nu weer helemaal met onze eigen dingen bezig. “Wat zullen de meisjes doen?” schiet door me heen. Het is maar een flits, want ik moet me goed concentreren.

Bij de voorlaatste abseilhaak, vlak na de duimbal, kijkt Donato nog eens omhoog. “Incredibile”, zegt hij. Niet te geloven. Schuin langs het bovenste kootje van de wijsvinger bewegen zich twee stipjes. Nog een kwartiertje en ze staan op de middelvinger. “Le due donne con gli occhi belli”, grijnst Donato, de charmeur. Twee vrouwen met mooie ogen. Maar vooral een scherpe blik.

© Harry Muré

Geen opmerkingen:

Een reactie posten